De paragraaf 'financiering' heeft betrekking op de gemeentelijke financieringsfunctie (treasuryfunctie). De financieringsfunctie zorgt ervoor dat voldoende middelen beschikbaar zijn zodat de gemeente aan al haar financiële verplichtingen kan voldoen. Hiervoor worden indien nodig kortlopende en langlopende leningen aangetrokken. Onder de financieringsfunctie valt ook het verstrekken van leningen, garanties en het beheersen van financiële risico's.
Beleidsvoornemens risicobeheer van de financieringsportefeuille
Om de financiële risico's zo goed mogelijk te beheersen, is het belangrijk om aandacht te schenken aan de kwalitatieve ontwikkeling van de treasuryfunctie. Als gevolg van de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) worden door gemeenten een 2-tal instrumenten toegepast:
- Treasurystatuut;
- Paragraaf financiering.
Treasurystatuut
Hierin wordt een nadere invulling gegeven aan het wettelijk kader. Het statuut bevat de beleidsuitgangspunten voor het uitvoeren van de treasuryfunctie.
De volgende regelgeving heeft betrekking op de financieringsfunctie van de gemeente:
- Wet financiering decentrale overheden (Wet fido).
- Ministeriële regeling ‘Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden’ (Ruddo).
- Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).
- Regeling schatkistbankieren decentrale overheden.
Paragraaf financiering
Deze paragraaf wordt opgenomen in zowel de begroting als de rekening en biedt hiermee informatie over de uitvoering van treasurytaken.
Het Rijk heeft de kasgeldlimiet, renterisiconorm en een drempelbedrag schatkistbankieren ingesteld om financiële risico’s in te perken die te maken hebben met herfinanciering van leningen. Deze drie elementen lichten wij in de volgende alinea's nader toe.
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet geeft aan wat het maximale bedrag is dat onze gemeente aan korte financieringsmiddelen (looptijd < 1 jaar) mag aantrekken. De kasgeldlimiet 2024 bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal, dus 8,5% van ±€ 75,3 miljoen is ±€ 6,4 miljoen.
Kortdurende overschrijdingen zijn toegestaan. Echter zodra in drie opeenvolgende kwartalen een overschrijding ontstaat, moeten wij tijdig een verbeterplan presenteren aan de provincie als toezichthouder.
In 2024 is de kasgeldlimiet in geen enkel kwartaal overschreden.
Renterisiconorm
De renterisiconorm geeft aan welk deel van de langlopende geldleningen afgelost mag worden. De renterisiconorm 2024 bedraagt 20% van het begrotingstotaal, dus 20% van ±€ 75,3 miljoen is ±€ 15,1 miljoen.
In 2024 hebben wij een bedrag van ±€ 3,3 miljoen afgelost en hierdoor is de renterisiconorm niet overschreden.
Drempelbedrag schatkistbankieren
Het drempelbedrag schatkistbankieren 2024 bedraagt 2% van het begrotingstotaal, dus 2% van ±€ 75,3 miljoen is ±€ 1,5 miljoen.
Het drempelbedrag schatkistbankieren is in geen enkel kwartaal in 2024 overschreden.
Rentelasten, renteresultaat & verdeling rentekosten
In onderstaande tabel presenteren wij de rentekosten en de doorbelasting daarvan. In het overzicht hebben wij zowel de begrote verdeling als de werkelijke verdeling opgenomen.
bedragen x € 1.000 | |||
---|---|---|---|
Rekening | Begroting | Rekening | |
De externe rentelasten over de korte en lange financiering | 222 | 324 | 184 |
De externe rentebaten over de korte en lange financiering | -341 | -41 | -341 |
Saldo rentelasten en rentebaten | -119 | 283 | -157 |
De rente die aan de facilitaire grondexploitaties (kostenverhaal) moet worden doorberekend | -53 | -30 | -29 |
De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend | 0 | 0 | 0 |
De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (=projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend | 0 | 0 | 0 |
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | -53 | -30 | -29 |
Rente over eigen vermogen | 0 | 0 | 0 |
Rente over voorzieningen | 61 | 59 | 55 |
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | -111 | 312 | -131 |
De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) | -111 | 326 | 0 |
Renteresultaat op het taakveld Treasury | 0 | -14 | -131 |
voordeel | voordeel |
Wijze waarop rente wordt toegerekend:
De verdeling van de rentekosten over de verschillende onderdelen zoals hierboven in de tabel in beeld is gebracht, is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
- Voor de rentetoerekening aan de activa wordt een vast rentepercentage toegepast (conform ‘Financiële verordening gemeente Laarbeek 2023’). Bij het bepalen van de hoogte van het percentage is een berekening van de renteomslag gemaakt. Het tarief 2024 bedroeg bij de begroting +/+0,50%. Nacalculatie laat een percentage zien van -/-0,24%. Aangezien de afwijking van de rentelasten (begroting versus werkelijk) meer is geweest dan 25% moet in de jaarrekening het nacalculatorisch percentage worden toegepast. Echter een negatief rentepercentage mag niet worden toegepast, dus wordt in de werkelijkheid 0% gehanteerd.
- Met betrekking tot de rentetoerekening over de boekwaarden bij de grondexploitatie is het rentepercentage conform de begroting 2024 gehanteerd ter grootte van 0,46% (betreft het gewogen gemiddelde rentepercentage voor de grondexploitaties). Dit aangezien de nacalculatie een tarief laat zien van 0,35% hetgeen minder afwijkt dan de toegestane 0,50%.
- Over de reserves en voorzieningen (=interne financieringsmiddelen) wordt géén rente toegerekend, behoudens één voorziening die gewaardeerd is tegen contante waarde. Bij deze voorziening passen wij een rentedotatie toe van jaarlijks 3%. Het betreft de voorziening ‘ Pensioen- en wachtgeldverplichtingen voormalige bestuurders ’.
- Bij de bepaling van het begrote financieringstekort of -overschot is een rentepercentage van 1% gehanteerd.
Financieringsbehoefte
In de programmabegroting 2024 is aandacht besteed aan de financieringsbehoefte van onze gemeente. Aangegeven werd dat vaker aandacht besteed zou worden aan het samenstellen van de liquiditeitsbegroting om de financieringsbehoefte beter in beeld te krijgen. In het dienstjaar 2024 is geen directe noodzaak geweest tot het aantrekken van vaste financieringsmiddelen (looptijd > 1 jaar). Ook zijn in 2024 geen kasgeldleningen (looptijd < 1 jaar) aangetrokken. Het is niet direct noodzakelijk gebleken om een uitgebreide liquiditeitsbegroting samen te stellen.